De kerk is gelegen aan de rand van de Duivense Woerd, nabij het verdwenen buurtschap de Droo.
In het doopsel krijgt de onuitsprekelijke naam van God een menselijke vorm, want zoals een vader zijn naam aan zijn kind geeft, zo geeft God zijn naam aan de mens. Het is God zèlf die zich in het doopsel aan de mens geeft. Maar het is de zorg van de kerk dat deze gave inderdaad aanvaard wordt en het verbond daadwerkelijk wordt aangegaan. Want zolang de mens God niet aanvaardt, is de betekenis van het doopsel nog niet vervuld. Daarom heet het doopsel het sacrament van het geloof, en roept de kerk allen die rond het doopvont staan op, om het geloof in Gods woord te belijden.
Bovendien wordt de mens door het doopsel opgenomen in de kerk, die geroepen is lichaam van Christus te zijn. Daarom is het doopsel ook een verbintenis met de gemeenschap van gedoopten. Aldus wordt de kerk zo tastbaar en kwetsbaar, maar ook zo krachtig als haar mensen zijn en maakt zij een ontmoeting met Christus zelf mogelijk.